Anthurium Chrystallium

De Anthurium houdt van een licht vochtige potgrond. Geef de plant water zodra de bovenste laag van de grond droog aanvoelt. In de zomer betekent dit meestal één keer per week water geven; in de winter kan dit worden teruggebracht naar eens in de twee weken. Let op dat overtollig water goed kan weglopen om wortelrot te voorkomen. Te veel water kan leiden tot bruine vlekken met een gele rand op de bladeren, een teken van wortelrot.

Aangezien de Anthurium van oorsprong uit tropische gebieden komt, gedijt hij goed bij een hogere luchtvochtigheid. Hoewel sproeien niet strikt noodzakelijk is, kan het verhogen van de luchtvochtigheid door regelmatig te sproeien of een bakje water naast de plant te plaatsen bijdragen aan een betere gezondheid en bloei. Dit is vooral belangrijk in de winter, wanneer de lucht door verwarming droger is.

Plaats de Anthurium op een lichte plek zonder direct zonlicht. Directe zon kan de bladeren beschadigen en leiden tot verkleuring. Een standplaats met indirect zonlicht, zoals nabij een raam op het noorden of op enkele meters afstand van een raam op het oosten of westen, is ideaal. Te weinig licht kan resulteren in minder of geen bloei.

Tijdens de groeiperiode, van het voorjaar tot en met de zomer, heeft de Anthurium baat bij extra voeding. Geef eens per twee weken een vloeibare meststof die geschikt is voor bloeiende kamerplanten. In de herfst en winter is bemesting niet noodzakelijk, aangezien de plant dan in een rustperiode verkeert. Overbemesting kan schadelijk zijn, dus volg altijd de aanbevolen dosering op de verpakking.

Het is aan te raden de Anthurium eens per twee jaar te verpotten, bij voorkeur in het voorjaar. Gebruik een pot die ongeveer 20% groter is dan de huidige en vul deze met luchtige potgrond met een hoog turfgehalte, zoals speciale anthuriumgrond. Verpotten zorgt voor vernieuwing van de voedingsstoffen en geeft de wortels meer ruimte om te groeien.

De Anthurium voelt zich het beste bij temperaturen tussen de 20°C en 22°C. Bescherm de plant tegen tocht en plaats hem niet te dicht bij verwarmingsbronnen, aangezien temperatuurschommelingen schadelijk kunnen zijn. De minimale temperatuur waarbij de plant zich prettig voelt, is 16°C.